SEAT: 70 jaar en 16 speciale modellen
- 70 jaar ingenieuze aanpak: bijzondere auto’s, auto’s voor beroemdheden of herdenkingen, of gewoon om het uitvinden zelf
- 16 zeldzame modellen steken eruit in de SEAT Heritage Collection
Een elektrische auto vergezelt de Olympische vlam op haar laatste traject naar de openingsceremonie. Dit zijn de Olympische Spelen van 1992 in Barcelona. De auto moest dus wel een SEAT zijn, een elektrische SEAT Toledo.
We kunnen 2020 niet langer zien als een Olympisch jaar, maar het is nog steeds SEATs 70ste verjaardag. Genoeg jaren om geschiedenis te schrijven met talloze bijzondere en unieke modellen zoals die Toledo, de eerste elektrische SEAT. Hij had 16 loodbatterijen die het gewicht van de wagen opdreven van 1.015 naar 1.545 kilo, maar waarmee hij 55 kilometer ver geraakte in stadsgebruik. Dat was voldoende bereik voor de elektrische SEAT Toledo om voor de atleten uit te rijden tijdens de marathonloop op de laatste dag van de Spelen.
De SEAT Toledo was niet enkel de officiële auto van deze Olympische Spelen, hij was ook de “kampioenenauto”. Elk van de 22 Spaanse medaillewinnaars kreeg een exclusieve wagen cadeau, voor hen ontwikkeld: de SEAT Toledo Podium. Deze Toledo was herkenbaar aan zijn tweekleurige grijze lak en een interieurafwerking volgens het hoogste luxepeil van die tijd. Tussen de stoelen zaten zelfs een fax en een telefoon en het crèmekleurige interieur was met leder en houten inzetstukken op het dashboard bekleed.
Speciale auto’s
In 1956 werd op basis van het eerste model van SEAT de SEAT 1400 Visitas ontwikkeld. Zijn naam zegt het eigenlijk al – in het Nederlands: SEAT 1400 ‘Bezoeken’. Geen deuren, geen dak: de 1400 Visitas was ideaal om illustere bezoekers door de SEAT-fabriek te vervoeren. Hij is gemaakt door dezelfde mensen als voor de productieversie van de 1400 en in 2005 werd hij gerestaureerd door de twee gebouwde exemplaren te ‘versmelten’ tot een. Dat werd trouwens door vroeg gepensioneerde SEAT-werknemers gedaan.
Het duurde tot 1964 voor een ander icoon van SEAT, de SEAT 600, zou worden gebruikt als een auto voor bezoekende grootheden in de fabriek. Niemand kon vermoeden dat deze kleine stadswagen had gediend voor de SEAT Savio. Het Italiaanse Carrozzeria Savio bracht het verrassende ontwerp van Pietro Frua in de praktijk. Dat bestond uit een minibusje met drie zitrijen op een wielbasis van amper 2 meter, waardoor de Savio eenvoudig langs de assemblagelijnen kon maneuvreren. Het glazen dak bood een uitstekend uitzicht, maar op verzoek van SEAT maakte Savio hem nog exclusiever: het dak kon worden verwijderd, waardoor hij een cabrio-minibusje werd.
Dezelfde nood aan wendbaarheid was de reden waarom SEAT een speciaal verzoek kreeg ter gelegenheid van het bezoek van Paus Johannes-Paulus II. Voor het bezoek van de Pontifex aan Spanje in 1982 was een minder groot voertuig nodig dan zijn pausmobiel. De officiële auto paste namelijk niet door de toegang van de hoofdlocaties, de stadia van Real Madrid C.F. en F.C. Barcelona. Arbeiders van de Zona Franca-fabriek werkten dag en nacht aan de SEAT Panda “Papamóvil”. De auto was volledig wit en de arbeiders verwijderden het plafond en het glas. Een gewatteerde buizenstructuur achterop de auto maakte dat de Heilige Vader zich kon vasthouden en dus rechtstaand kon zwaaien naar de mensen. Omdat de wagen niet gepantserd was, werd hij om veiligheidsredenen enkel in de stadia gebruikt.
Een andere bestelling van een staatshoofd deed SEAT in 1986 een Ibiza verbouwen. Het was een geschenk aan de huidige koning van Spanje Felipe VI toen hij meerderjarig werd. De auto werd SEAT Ibiza Rey of Ibiza Koning gedoopt. De op maat gemaakte Ibiza Rey gebruikte de technische eigenschappen van de Ibiza SXI, een versie die twee jaar later in productie ging: een injectiemotor van 100 pk en een dubbel X-vormig remsysteem met geventileerde schijven voor de mechaniek, in combinatie met een speciaal stuurwiel, Recaro-stoelen en airconditioning voor het interieur. Het was het meest exclusieve exemplaar van de meer dan één miljoen SEAT Ibiza’s van de eerste generatie en hij was herkenbaar aan zijn gouden kleur en verbrede achterkant.
Een genereuze artiest was de bron van een ander exclusief model van SEAT, de SEAT Leon CUPRA “Pies Descalzos” – “Blootsvoets” in het Nederlands. Hij is genoemd naar de organisatie voor weeskinderen in Zuid-Amerika die is opgericht door de Colombiaanse zangeres Shakira. Hij droeg haar handtekening op de motorkap en stond ook gekend als de SEAT Leon Shakira, omdat hij volgens de smaak van de artieste was uitgevoerd in lila, zowel aan de buitenkant als in het interieur. Een van de twee gebouwde exemplaren is deel blijven uitmaken van de SEAT Heritage Collection, terwijl het andere werd verloot onder donoren van de stichting. De winnaar was een student die 1 euro had bijgedragen via SMS.
Mijlpaalmodellen in de geschiedenis van SEAT
Voor de SEAT Ibiza zijn eerste miljoen exemplaren haalde had SEAT al een paar andere mijlpalen gerond die met dat cijfer samenhingen. Zestien jaar nadat het auto’s was beginnen bouwen rolde de SEAT “One Million” van de band, een SEAT 124 bestuurd door de toenmalige Minister van Nijverheid. Hij werd ook onder de werknemers verloot, maar de winnaar had niet eens een rijbewijs en was net getrouwd. Hij gaf de auto liever terug aan SEAT in ruil voor de waarde ervan in geld.
Sinds 1975 ontwikkelde SEAT zijn eigen auto’s in het Technical Centre. In 1982 werd de SEAT Ronda voorgesteld, een op de SEAT Ritmo gebaseerd model dat grotendeels in eigen huis was ontwikkeld in samenwerking met Rayton Fissore. SEAT was klaar om de weg te banen naar zijn rol van leidende auto-exporteur die het vandaag is via een netwerk van onafhankelijke verdelers in Europa. De auto werd echter het onderwerp van een plagiaatklacht. Hoe moet je een rechtbank overtuigen met honderden technische details? Een zwarte SEAT Ronda, met zijn specifieke details in het geel uitgevoerd, kon de rechtbank – en alle andere mensen – ervan overtuigen dat de SEAT Ronda een echte SEAT was. Deze SEAT Ronda “Tribunal de Paris” moest nooit worden ingeschreven om een hoofdpijler te worden van de geschiedenis van SEAT.
Als we eerder op zoek gaan naar een sportieve mijlpaal, los van de glorierijke 124 van de rally van Monte Carlo, dan moeten we naar 2014 gaan. Het icoon werd de SEAT Leon CUPRA SC 280 “Nürburgring Record”, met zijn verdiende en expliciete naam. Voor het eerst dook een voorwielaangedreven productiemodel onder de grens van de 8 minuten op de legendarische Nürburgring (7:58.44 om het circuit te ronden). Jordi Gené zat tijdens een laatste afstelsessie aan het stuur van een nog gecamoufleerde CUPRA uitgerust met Performance Pack-specificaties.
Kracht door creativiteit
Als er één auto echt ingenieus is, dan is het de rallywagen SEAT Ibiza “bimotor”, Spaans voor “twee motoren”. In 1986 verraste rallyrijder José María Serviá het gravelrallykampioenschap met een SEAT Ibiza 4x4. In deze discipline is veel trekkracht en veel vermogen nodig. De oplossing die werd bedacht bestond erin een Ibizamotor op elke as te monteren, elk gekoppeld aan zijn eigen versnellingsbak. De auto werd 1.5x1.5 genoemd (naar de cilinderinhoud van zijn motoren). Hij haalde bijna 300 pk en veroverde uiteindelijk twee keer de tweede plaats.
Als we het over trekkracht hebben, is het tijd voor de opmerkelijke SEAT Ateca “Mattracks”. Die was gebouwd voor een persvoorstelling in 2017 ter gelegenheid van de SEAT Ateca Snow Experience. De wielen van een Ateca 2.0 TDI 190 pk 4Drive werden vervangen door een set sneeuwrupsbanden gemaakt door Mattracks. Hij is verhoogd en extreem verbreed waardoor de sneeuw zijn natuurlijke omgeving is, maar hij is wel goedgekeurd om op de openbare weg te rijden.
Open auto’s zijn eerder aantrekkelijk dan radicaal creatief. De SEAT Ibiza heeft in elk geval talrijke voorstellen gekregen, die het nooit tot massaproductie hebben geschopt. De eerste valt op: de SEAT Ibiza Cabrio, op basis van de eerste generatie van de Ibiza. De zuiverheid van de lijnen van deze 2+2-zitter zonder rolbeugel kwam van de studio Ital Design. Dat is het bedrijf van Giorgio Giugiaro, die verantwoordelijk was voor het ontwerp van de Ibiza van destijds. In 2014 kwam dan de SEAT Ibiza Cupster, een in het oog springende elegante speedster met een lage vooruit en twee bulten achterop. Maar sinds de SEAT 850 Spider uit 1969 was de tijd nooit rijp voor een SEAT-productiemodel met een open dak.
De SEAT Marbella Pick Up ging bijna in productie. Het was een meer eenvoudige en haalbare versie dan de Marbella Playa concept, die ook niet in productie ging. Het meest opvallende element was dat het laadruim enkel door een beschermrooster van het interieur werd gescheiden.
Baanbrekend is de laatste van SEATs bijzonder unieke creaties. Meer specifiek verwijst de folie waarin de auto is gewikkeld naar de “trencadís”, de decoratieve mozaïek waarmee Gaudí het hergebruik van gebroken tegels tot kunst verhief. De SEAT Leon Trencadís is een kunstzinnige camouflage die werd aangebracht tijdens de laatste fase van de ontwikkeling van de SEAT Leon van de vierde generatie. Trencadís is niet enkel puur decoratief, want het is geworteld in zeer hedendaagse waarden. En wie de auto voorbij ziet rijden, weet zonder twijfel dat hij een glimp opving van een SEAT “Gecreëerd in Barcelona”.
Press contact:
Dirk Steyvers - PR & Content Manager
M +32 476 88 38 95
